Содержание
Tijdens deze activiteit leer je hoe je taken steeds op dezelfde manier uitvoert. Dit noem je routines. Denk aan elke dag op dezelfde manier een dier eten geven, een hok schoonmaken of planten water geven. Je leert stap voor stap hoe je dit doet, en je oefent dit vaker, zodat je het steeds beter en sneller kunt. Je weet wat er van je verwacht wordt en voert het uit zoals is afgesproken.
Resultaat
De taak is goed en op de juiste manier gedaan. Je hebt de stappen in de juiste volgorde gevolgd. De werkplek is netjes achtergelaten.
Gedrag
Je voert de taak rustig en stap voor stap uit. Je houdt je aan de afgesproken werkwijze. Als je iets niet weet, vraag je om hulp. Je werkt zelfstandig, maar je laat ook zien dat je kunt leren van herhaling.